Shqip
Albanian
العربية
Arabic
Հայերեն
Armenian
Беларуская
Belarussian
বাংলা
Bengali
Български
Bulgarian
简体中文
Chinese (simplified)
正體
Chinese (traditional)
Hrvatski
Croatian
Čeština
Czech
Nederlands
Dutch
English
English
Eesti
Estonian
Français
French
ქართული
Georgian
Deutsch
German
Ελληνικά
Greek
עברית
Hebrew
हिंदी
Hindi (Indian)
Magyar
Hungarian
Indonesia
Indonesian
Italiano
Italian
日本語
Japanese
Қазақ
Kazakh
Кыргызча
Kyrgyz
Latviešu
Latvian
Lietuviškai
Lithuanian
Монгол
Mongolian
فارسی
Persian
Polski
Polish
Português
Portuguese
Română
Romanian
Русский
Russian
Slovenčina
Slovak
한국어
South Korean
Español
Spanish
Svenska
Swedish
Türkçe
Turkish
Українська
Ukrainian
O‘zbekcha
Uzbek
Tiếng Việt
Vietnamese
Elke ochtend gaan boven het heldere blauwe water heel veel prachtige lotusbloemen open, die blij zijn met de schoonheid van de wereld om hen heen en klaar zijn om hun vreugde te delen.
Al deze lotusbloemen zijn ieder op hun eigen manier heel mooi en uniek: wit, roze, rood en zelfs geel en blauw… en door het Magische Meer worden ze weerspiegeld in het water.
Tot er op een dag iets bijzonders gebeurde in dit meer.
“Lieve kinderen. Jullie zijn nu groot geworden. Het is tijd om jullie levensreis te beginnen. Er liggen gevaren en uitdagingen op jullie te wachten. Als jullie thuiskomen zullen jullie allemaal net zo mooi zijn als de lotusbloemen in onze wereld. Maar misschien kan niet iedereen de reis afmaken en terug naar huis komen.
Luister dus goed naar wat ik zeg. Deze eeuwenoude kennis is van generatie op generatie doorgegeven.
Als je ze kunt herinneren wanneer je in gevaar bent, zul je door de zwaarste moeilijkheden heen kunnen komen.
Deze Drie Schatten zijn:
WAARACHTIGHEID
COMPASSIE
VERDRAAGZAAMHEID
In mysterieuze oude geschriften staan deze Drie Schatten beschreven als drie symbolen. Maar luister, er is meer…” en de Grote Witte Lotus fluisterde nog een laatste advies tegen de lotuszaadjes.
Hij zei: “Ik geloof in jullie allemaal en ik zal op jullie wachten wanneer jullie terugkeren naar de oppervlakte
van het Magische Meer.”
Eén van de zaadjes viel sneller dan alle andere. Ze vroeg zich af: “Waarom zei de Grote Witte Lotus dat ons pad moeilijk zou zijn? Het water is schoon en helder en ik kan overdag zelfs het zonlicht erin zien. Het Lotuszaadje was te onschuldig om te weten dat het veel gemakkelijker was om af te dalen dan om op te stijgen en terug te keren.
Hoe dieper het Lotuszaadje zonk, hoe donkerder het water werd. Uiteindelijk was er overal modder en slib. “Oh, oh, oh!” riep het Lotuszaadje, “Ik kan nauwelijks iets zien!” Maar ze zonk steeds dieper de modder in… en werd zo bang dat ze haar oogjes sloot.
“Waar moet ik nu heen? Waar is mijn thuis? Hoe ga ik terug?”
Op dat moment hoorde ze wat vreemde slurpgeluiden. Er kwam iets heel snel op haar af. Het was donker en lang.
Al gauw kon het Lotuszaadje zien dat het een enorme krokodil was. De naam van het dier stond op zijn rug geschreven, maar ze kon het niet lezen in het donker. Met een lage dreigende stem zei het schepsel: “Lotuszaadje, Lotuszaadje, ik heb op je gewacht. Je gaat een nieuw leven beginnen en ik zal je wat kostbaar advies geven.
Of misschien zal iemand een slechte bui hebben en dan iets onaardigs tegen je zeggen. Dat is bijna altijd zo bij iedereen in onze wereld.” Het mysterieuze schepsel praatte vol vuur.
“Zie dat nooit door de vingers! Geef het ze dubbel en dwars terug, haal zo hard mogelijk uit, zodat ze weten dat je sterk en bekwaam bent.”
Angstig dacht het Lotuszaadje: “Dat klinkt logisch. Hoe kun je anders op zo’n vreselijke plek overleven?” Maar plotseling herinnerde ze zich de woorden van de Grote Witte Lotus en dacht: “Als ik het advies van de krokodil opvolg, dan blijf ik voor altijd op deze smerige plek en zal ik er al snel net zo vreselijk uitzien.”
Als het Lotuszaadje ook maar iets van zijn advies zou opvolgen, zou de krokodil een hapje van haar kunnen nemen. In deze wereld is niets gratis, zelfs advies niet.
Het Lotuszaadje zou dan niet terug kunnen keren naar de oppervlakte van het meer om een mooie bloem te worden bovenop het Magische Meer.
“Er is een oplossing voor elk probleem! Er is een oplossing voor elk probleem!” herhaalde het Lotuszaadje in zichzelf. En plotseling herinnerde ze zich de Drie Schatten, het geheim van de Grote Witte Lotus:
WAARACHTIGHEID
COMPASSIE
VERDRAAGZAAMHEID
Op het moment dat het Lotuszaadje het gemene advies van de krokodil echt niet accepteerde, werd ze omhuld door een lichtgevende gloed van MEDEDOGEN, als een heldere alles verlichtende ster.
Op de rug van het monster kon je nu zijn echte naam lezen: “Kwaad”.
Door een sterke kracht schoot het Lotuszaadje plotseling omhoog alsof ze op een reusachtige schommel zat.
De wereld van de Zwarte Duisternis was nu ver onder haar en overal om het Lotuszaadje heen was het nu alleen nog maar donkergrijs.
Ademen was ook gemakkelijker.
Het Lotuszaadje keek naar zichzelf en zag toen:
“Hé! Ik heb twee bloemblaadjes! Wow! Ik ben een echte bloem aan het worden!”
Maar het was nog te vroeg om te juichen…
Uit angst deed het Lotuszaadje haar ogen wagenwijd open en staarde naar het schepsel dat zulke vreemde dingen had gezegd. Die dingen waren heel anders dan wat de Grote Witte Lotus haar had geleerd!
Op dat moment begon WAARACHTIGHEID te stralen als een lichtbaken. Een beschermende sluier omhulde het Lotuszaadje en duwde haar met kracht omhoog. Op de rug van de wrattige pad was te lezen “Oneerlijkheid”.
Nu bevond het Lotuszaadje zich in een Troebele Wereld, maar ze kon haar zes bloemblaadjes al wel bewegen!
Ja, er waren er nu vier meer, omdat ze bij elke goede keuze verder opbloeide. Ergens boven haar zag ze het zonlicht al.
Maar de test was nog niet voorbij…
Hij observeerde en bestudeerde het Lotuszaadje alsof hij op zoek was naar haar zwakte.
De worm had niet zoveel kracht als de kwaadaardige schepselen van de andere werelden, maar hij was wel slimmer.
Hij sprak met een bevallige stem: “Je hebt geluk Kleine Lotusbloem, nu kun je met recht zo genoemd worden. In onze vredige wereld is er geen wind en het is niet zo donker.
De regels zijn simpel en gemakkelijk.
Ten eerste: als je iets niet wilt doen, doe het dan niet.
Doe nergens moeite voor en leer niets. We omzeilen onze problemen.
Ten tweede: we hebben geen vrienden nodig, want als je vrienden hebt, moet je misschien hun slechte humeur verdragen of hen helpen als ze in de problemen zitten.
“Natuurlijk, het is verleidelijk om niet mijn uiterste best te doen… maar dan leer ik nooit iets nieuws. En bovendien is het saai om alleen te zijn zonder vrienden. Vreselijk! Nee, nee, nee!” dacht de Kleine Lotusbloem. “Ik heb alles in me om uit deze schemerige saaie wereld te ontsnappen!”
De derde Schat schoot haar te hulp. De ster van VERDRAAGZAAMHEID kwam snel tot bloei in haar hartje en glanzend als parelmoer omhulde een bol van licht de Kleine Lotusbloem. Langzaam begon ze op te stijgen.
Het zonlicht werd steeds feller en het water rondom haar steeds helderder. De Kleine Lotusbloem werd sterker en sterker, haar stengel groeide steeds sneller, en ze was vol vertrouwen. De Donkergrijze en Troebele werelden lagen nu ver onder haar.
Er was nu ook geen grens meer tussen water en lucht. De Kleine Lotusbloem verscheen aan de oppervlakte van het mysterieuze Magische Meer.
Het was de Grote Witte Lotus. “Nu je sterk en mooi bent geworden, kun je anderen helpen met je kracht en de wereld opfleuren met je perfecte schoonheid.”
De Kleine Lotusbloem keek naar haar weerspiegeling in het meer… en zag een prachtige bloem met glinsterende, doorzichtige bloemblaadjes.
En overal om haar heen verschenen steeds meer lotusbloemen. Ze hadden allemaal hun eigen pad gevolgd en lieten nu hun unieke schoonheid zien.
En als je goed kijkt, kun je hun hoopvolle blik zien alsof ze tegen jou zeggen:
“Volg goed je eigen pad!”